donderdag 1 juli 2010

Jong Vld haalt slag binnen: gemeente Mol bindt strijdt aan met leegstand en verkrotting!

Na jaren van koppig aandringen weet Jong Vld haar inspanningen eindelijk beloond: de gemeente Mol zal vanaf 2011 de strijd aangaan met leegstand en verkrotting. Op 1 januari treden er immers drie verschillende belastingsreglementen in werking waarmee het gemeentebestuur leegstand en verkrotting effectief wil bestrijden. Allereerst komt er een leegstandsregister om het fenomeen nauwgezetter in kaart te brengen en op te volgen. Dit register – voor alle gemeenten verplicht door de Vlaamse overheid – vormt de basis voor een gemeentelijke belasting op leegstaande woningen en gebouwen, een bijkomende heffing op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimtes en een bijkomende heffing op verwaarloosde en ongeschikt/onbewoonbaar verklaarde woningen en gebouwen.

De hele aanpak van het gemeentebestuur vloeit voort uit het recente grond- en pandendecreet van de Vlaamse overheid. Dit decreet bevat de verplichting voor elke gemeente om een leegstandsregister op te bouwen en voortdurend te actualiseren. Dit leegstandsregister bevat twee inventarissen: ‘leegstaande gebouwen’ en ‘leegstaande woningen’. Om in aanmerking te komen, moet het gebouw of de woning minstens twaalf maanden leeg staan. Het vermoeden van langdurige leegstand – geheel of gedeeltelijk – kan op talrijke manieren worden aangetoond. Allereerst is er natuurlijk het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op een bepaald adres. Daarnaast zijn er nog andere mogelijke elementen die kunnen wijzen op een lange leegstand zoals een opvallend laag verbruik van de nutsvoorzieningen, dichtgemaakte ramen en deuren, langdurig neergelaten rolluiken, een niet onderhouden tuin, een onbemeubelde woning, getuigenissen van buurtbewoners, glasbreuk of ernstige waterinsijpeling,…


Strijd tegen leegstand

Het bijhouden van een leegstandsregister zonder verder gevolg heeft uiteraard weinig zin. Het leegstandsregister geeft het gemeentebestuur een efficiënt nieuw instrument om een krachtdadig beleid te voeren tegen leegstand en verkrotting. Het gemeentebestuur grijpt deze kans met beide handen. Allereerst is er in onze gemeente hoge nood aan kwalitatieve woongelegenheid. Leegstaande en verkrotte woningen zijn op dat vlak een pure verspilling. Daarnaast ontsieren leegstaande huizen de buurt en wekken ze bij verregaande verkrotting gevoelens van onbehagen en onveiligheid op.


De stok achter de deur

De verschillende overheden – waaronder ook het gemeentebestuur – hebben de afgelopen jaren een uitgebreid premiestelsel uitgebouwd om verouderde huizen te moderniseren en isoleren. Het gemeentebestuur voorziet bijvoorbeeld een premie om ‘wonen boven winkels’ te stimuleren. Eigenaars hebben hierdoor niet langer een excuus om hun woning te laten leegstaan en te laten verkrotten. Naast deze positieve stimulansen willen de Vlaamse overheid en het gemeentebestuur ook sanctionerend optreden. Hiervoor treden op 1 januari 2011 drie gemeentelijke belastingsreglementen in werking. Deze vervangen de vroegere weinig efficiënte belastingsreglementering op leegstand en verkrotting.


Reglementen

De drie reglementen werken aanvullend en versterken elkaar. Het eerste reglement ‘Belasting op de leegstand van gebouwen en woningen’ focust op de leegstand, zonder dat er meteen sprake hoeft te zijn van verwaarlozing of verkrotting. Deze belasting geldt voor alle woningen of gebouwen die twaalf maanden op het leegstandsregister staan. Voor een woonhuis bedraagt de belasting 1 100 euro. Voor een individuele woonkamer of studentenkamer geldt een belasting van 100 euro. Overige woongelegenheden – bijvoorbeeld appartementen – worden belast met 400 euro. Voor elk overig gebouw geldt een jaartarief van 1 500 euro. Daarnaast speelt de tijd een belangrijke rol. Wanneer het gebouw na de eerste termijn nogmaals een jaar op het leegstandsregister blijft staan, wordt de belasting vermenigvuldigd met 1,5. Vanaf de derde termijn van 12 maanden wordt de belasting vermenigvuldigd met 2. Het reglement voorziet in enkele uitzonderingen waarbij de belasting niet moet betaald worden.


Verkrotting en verwaarlozing

Aanvullend op de gemeentelijke leegstandsbelasting voor woningen en gebouwen heft de Vlaamse overheid belastingen op verwaarloosde en ongeschikt/onbewoonbaar verklaarde woningen en gebouwen en op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten (groter dan 5 are). Deze belastingen – gebaseerd op het kadastraal inkomen - wordt geïnd door de ambtenaren van de Vlaamse overheid. Het gemeentebestuur heeft bepaald dat de belasting op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimtes in onze gemeente verdubbeld wordt. Voor verwaarloosde en ongeschikt/onbewoonbaar verklaarde woningen en gebouwen vraagt onze gemeente 50 opcentiemen. De Vlaamse overheid stort deze verhogingen door naar de gemeentekas. Een leegstaande en verkrotte woning riskeert dus een dubbele belasting. Dit moet de eigenaar of vruchtgebruiker aansporen om snel iets aan deze situatie te veranderen.

Geen opmerkingen: