Na jaren van koppig aandringen weet Jong Vld haar inspanningen eindelijk beloond: de gemeente Mol zal vanaf 2011 de strijd aangaan met leegstand en verkrotting. Op 1 januari treden er immers drie verschillende belastingsreglementen in werking waarmee het gemeentebestuur leegstand en verkrotting effectief wil bestrijden. Allereerst komt er een leegstandsregister om het fenomeen nauwgezetter in kaart te brengen en op te volgen. Dit register – voor alle gemeenten verplicht door de Vlaamse overheid – vormt de basis voor een gemeentelijke belasting op leegstaande woningen en gebouwen, een bijkomende heffing op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimtes en een bijkomende heffing op verwaarloosde en ongeschikt/onbewoonbaar verklaarde woningen en gebouwen.
De hele aanpak van het gemeentebestuur vloeit voort uit het recente grond- en pandendecreet van de Vlaamse overheid. Dit decreet bevat de verplichting voor elke gemeente om een leegstandsregister op te bouwen en voortdurend te actualiseren. Dit leegstandsregister bevat twee inventarissen: ‘leegstaande gebouwen’ en ‘leegstaande woningen’. Om in aanmerking te komen, moet het gebouw of de woning minstens twaalf maanden leeg staan. Het vermoeden van langdurige leegstand – geheel of gedeeltelijk – kan op talrijke manieren worden aangetoond. Allereerst is er natuurlijk het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op een bepaald adres. Daarnaast zijn er nog andere mogelijke elementen die kunnen wijzen op een lange leegstand zoals een opvallend laag verbruik van de nutsvoorzieningen, dichtgemaakte ramen en deuren, langdurig neergelaten rolluiken, een niet onderhouden tuin, een onbemeubelde woning, getuigenissen van buurtbewoners, glasbreuk of ernstige waterinsijpeling,…
Strijd tegen leegstand
Het bijhouden van een leegstandsregister zonder verder gevolg heeft uiteraard weinig zin. Het leegstandsregister geeft het gemeentebestuur een efficiënt nieuw instrument om een krachtdadig beleid te voeren tegen leegstand en verkrotting. Het gemeentebestuur grijpt deze kans met beide handen. Allereerst is er in onze gemeente hoge nood aan kwalitatieve woongelegenheid. Leegstaande en verkrotte woningen zijn op dat vlak een pure verspilling. Daarnaast ontsieren leegstaande huizen de buurt en wekken ze bij verregaande verkrotting gevoelens van onbehagen en onveiligheid op.
De stok achter de deur
De verschillende overheden – waaronder ook het gemeentebestuur – hebben de afgelopen jaren een uitgebreid premiestelsel uitgebouwd om verouderde huizen te moderniseren en isoleren. Het gemeentebestuur voorziet bijvoorbeeld een premie om ‘wonen boven winkels’ te stimuleren. Eigenaars hebben hierdoor niet langer een excuus om hun woning te laten leegstaan en te laten verkrotten. Naast deze positieve stimulansen willen de Vlaamse overheid en het gemeentebestuur ook sanctionerend optreden. Hiervoor treden op 1 januari 2011 drie gemeentelijke belastingsreglementen in werking. Deze vervangen de vroegere weinig efficiënte belastingsreglementering op leegstand en verkrotting.
Reglementen
De drie reglementen werken aanvullend en versterken elkaar. Het eerste reglement ‘Belasting op de leegstand van gebouwen en woningen’ focust op de leegstand, zonder dat er meteen sprake hoeft te zijn van verwaarlozing of verkrotting. Deze belasting geldt voor alle woningen of gebouwen die twaalf maanden op het leegstandsregister staan. Voor een woonhuis bedraagt de belasting 1 100 euro. Voor een individuele woonkamer of studentenkamer geldt een belasting van 100 euro. Overige woongelegenheden – bijvoorbeeld appartementen – worden belast met 400 euro. Voor elk overig gebouw geldt een jaartarief van 1 500 euro. Daarnaast speelt de tijd een belangrijke rol. Wanneer het gebouw na de eerste termijn nogmaals een jaar op het leegstandsregister blijft staan, wordt de belasting vermenigvuldigd met 1,5. Vanaf de derde termijn van 12 maanden wordt de belasting vermenigvuldigd met 2. Het reglement voorziet in enkele uitzonderingen waarbij de belasting niet moet betaald worden.
Verkrotting en verwaarlozing
Aanvullend op de gemeentelijke leegstandsbelasting voor woningen en gebouwen heft de Vlaamse overheid belastingen op verwaarloosde en ongeschikt/onbewoonbaar verklaarde woningen en gebouwen en op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten (groter dan 5 are). Deze belastingen – gebaseerd op het kadastraal inkomen - wordt geïnd door de ambtenaren van de Vlaamse overheid. Het gemeentebestuur heeft bepaald dat de belasting op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimtes in onze gemeente verdubbeld wordt. Voor verwaarloosde en ongeschikt/onbewoonbaar verklaarde woningen en gebouwen vraagt onze gemeente 50 opcentiemen. De Vlaamse overheid stort deze verhogingen door naar de gemeentekas. Een leegstaande en verkrotte woning riskeert dus een dubbele belasting. Dit moet de eigenaar of vruchtgebruiker aansporen om snel iets aan deze situatie te veranderen.
donderdag 1 juli 2010
Nieuw woonzorgcentrum Ten Hove vooruitgang voor bewoners én personeel!
OCMW Raadsleden Nick Bergmans en Bart Vanmarcke menen dat het nieuwe woonzorgcentrum een grote vooruitgang zal betekenen voor de bewoners en voor alle medewerkers. Zo zijn de kamers groter en zullen de bewoners een huiselijke sfeer terugvinden in kleine leefgroepen. Ook voor het verplegend personeel gaan de werkomstandigheden er fors op vooruit. Het project omvat een investering van 11,90 miljoen euro, exclusief btw.
Het nieuwe complex kwam in de tuin achter het bestaande woonzorgcentrum in de Jakob Smitslaan. Het gebouw telt 122 kamers voor de permanente bewoners. In het huidige woonzorgcentrum verblijven sommige bewoners in tweepersoonskamers. Dit is in het nieuwe complex niet meer het geval. Enkel voor echtparen of samenwonenden blijft er per afdeling nog één grotere kamer over. Een belangrijke vooruitgang: de kamers hebben een gemiddelde oppervlakte van 28 vierkante meter, wat minstens een derde meer is in vergelijking met het oude woonzorgcentrum. Elke kamer beschikt over een sanitaire ruimte met wastafel, toilet en inklapbare armsteunen.
Ook voor de verpleegkundigen zal het nieuwe gebouw een hele vooruitgang betekenen. Zo is er voor hen ook meer ruimte en kunnen ze rekenen op een betere en uitgebreidere infrastructuur.
Huiselijke sfeer
Het complex werd zo ingericht dat de bewoners in kleine leefgroepen samenleven, wat goed is voor de sociale contacten. Centraal in het gebouw bevinden zich twee vierkante binnentuinen omgeven door een ‘dwaalgang’ voor dementerenden. Deze binnentuinen geven ouderen met wegloopgedrag toch de kans om te genieten van de buitenlucht. Een koude-warmtepomp staat in voor de klimaatregeling in het gebouw. Dit systeem zorgt in de winter voor warmte en in de zomer voor afkoeling.
Kort verblijf
Naast de 122 woongelegenheden worden vier kamers voorbehouden voor ‘kort verblijf’. Deze kamers staan ter beschikking van ouderen die nog thuis wonen maar rekenen op thuishulp van bijvoorbeeld de kinderen. Wanneer de kinderen even op vakantie gaan of een pauze nodig hebben, kunnen deze senioren tijdelijk in deze kamers terecht.
Het nieuwe complex kwam in de tuin achter het bestaande woonzorgcentrum in de Jakob Smitslaan. Het gebouw telt 122 kamers voor de permanente bewoners. In het huidige woonzorgcentrum verblijven sommige bewoners in tweepersoonskamers. Dit is in het nieuwe complex niet meer het geval. Enkel voor echtparen of samenwonenden blijft er per afdeling nog één grotere kamer over. Een belangrijke vooruitgang: de kamers hebben een gemiddelde oppervlakte van 28 vierkante meter, wat minstens een derde meer is in vergelijking met het oude woonzorgcentrum. Elke kamer beschikt over een sanitaire ruimte met wastafel, toilet en inklapbare armsteunen.
Ook voor de verpleegkundigen zal het nieuwe gebouw een hele vooruitgang betekenen. Zo is er voor hen ook meer ruimte en kunnen ze rekenen op een betere en uitgebreidere infrastructuur.
Huiselijke sfeer
Het complex werd zo ingericht dat de bewoners in kleine leefgroepen samenleven, wat goed is voor de sociale contacten. Centraal in het gebouw bevinden zich twee vierkante binnentuinen omgeven door een ‘dwaalgang’ voor dementerenden. Deze binnentuinen geven ouderen met wegloopgedrag toch de kans om te genieten van de buitenlucht. Een koude-warmtepomp staat in voor de klimaatregeling in het gebouw. Dit systeem zorgt in de winter voor warmte en in de zomer voor afkoeling.
Kort verblijf
Naast de 122 woongelegenheden worden vier kamers voorbehouden voor ‘kort verblijf’. Deze kamers staan ter beschikking van ouderen die nog thuis wonen maar rekenen op thuishulp van bijvoorbeeld de kinderen. Wanneer de kinderen even op vakantie gaan of een pauze nodig hebben, kunnen deze senioren tijdelijk in deze kamers terecht.
Abonneren op:
Posts (Atom)