Het voorbije weekend gooide de Leuvense rechtsfaculteit hoge ogen op de 20e editie van de Europese pleitwedstrijd ELMC (European Law Moot Court), een prestigieus concours voor laatstejaarsstudenten Europees recht. Het voltallige team stootte door naar de regionale finale, waar Steven Peeters zich in de rol van Commissievertegenwoordiger wist te plaatsen voor de eindronde te Luxemburg.
Na twee jaar van intensieve voorbereiding, ontvingen Bart Vanmarcke (Mol), Timothy Roes (Kapellen), Vincent Vercauteren (Meulebeke) en Steven Peeters (Keerbergen) midden januari het verlossende bericht: op basis van hun schriftelijke stukken werden ze geselecteerd voor de mondelinge rondes van de ELMC, dé Europese pleitwedstrijd bij uitstek, zeg maar de Champions League. In Bangor (Wales) kregen ze het voorbije weekend de kans hun fictieve zaak te bepleiten voor een bijzonder gerenommeerd hof, voor de gelegenheid samengesteld uit professoren, rechters en medewerkers van het Europees Hof.
‘Met teams uit Italië, Finland, Zweden, maar ook Antwerpen en zelfs de Verenigde Staten, lag het niveau van de competitie erg hoog,’ zo stelt Vincent. ‘Toch slaagden we erin met pleidooien van Steven, Bart en mezelf de eerste wedstrijddag te overleven en ons bij de beste 4 teams te plaatsen,’ stelt Timothy triomfantelijk.
‘Ook de tweede wedstrijddag waren de Leuvense pleidooien van een bijzonder hoog niveau,’ volgens coaches Jos De Wachter en Tim Corthaut. Zowel Vincent, Timothy, als Steven doorstonden al pleitend de vele juryvragen met glans en loodsten het team veilig naar de finale.
In deze finale diende Bart het op te nemen tegen een laatstejaarsstudent van Columbia Law University, New York, een uitstekende pleiter met gedeeld Frans-Poolse roots. ‘Na afloop van onze pleidooien was de spanning werkelijk te snijden,’ zo brengt Bart in herinnering. ‘De deliberatie leek wel eindeloos: meer dan een uur was verstreken, vooraleer de jury het spijtige verdict bekendmaakte: 26,25/30 voor Leuven … maar 26.75/30 voor Columbia.’
Toch mag ook de Leuvense rechtenfaculteit zich als één van de winnaars van deze regionale finale beschouwen: Steven, die in de rol van Commissievertegenwoordiger afzonderlijk beoordeeld werd, won deze nevencompetitie met glans. ’In Luxemburg vindt de eindronde plaats tussen de winnaars van de vier regionale finales’ zo weet Steven. ‘Ik doe mijn uiterste best om de kleuren van de KUL te verdedigen. Dus … op naar het Hof van Justitie!’
maandag 30 maart 2009
donderdag 19 maart 2009
Jong Vld Mol op de bres voor Casino van Gompel!
Jong Vld Mol kan niet akkoord gaan met de voorliggende sloopaanvraag van het historische pand gelegen te Owenslei 6, 2400 Mol. Het openbaar onderzoek hiertoe is in volle gang: tot 25 maart kunnen bezwaarschriften worden ingediend.
Het historische pand in de Owenslei nummer 6 te Mol-Gompel staat gemeenzaam bekend als ‘het Casino van Mol’ en is zonder twijfel één van de meest waardevolle sites die onze Kempische gemeente rijk is. Het architecturale pareltje dateert reeds van 1920 en geldt als typevoorbeeld van de Biedemeier-stijl. Zeer terecht omschrijft de Vlaamse dienst erfgoed het pand als ‘historisch waardevol’. Het werd dan ook opgenomen in de officiële ‘inventaris van het cultuurbezit’.
“Belangrijker nog dan deze bouwkundige waarde,” zo stelt Jong Vld voorzitter Vanmarcke, “is de historische relevantie van het pand voor de Mollenaars en hun industriële geschiedenis.” Het gebouw werd immers jarenlang gebruikt als fabriekshotel voor de opvang van Waalse arbeiders, actief in de glasnijverheid (Glaverbel). Dit vormt een essentieel stukje Kempische geschiedenis, dat bij de afbraak van het historische pand definitief verloren zou gaan.
Uiteraard mag men ook niet blind zijn voor de huidige, verloederde staat van het gebouw. Een mogelijke weigering van de sloopvergunning dient gepaard te gaan met het opstellen van een herstelplan, in nauw overleg met de eigenaar. Hier kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een restauratie van de gevels, in combinatie met een functionele binneninrichting (kantoor, feestzaal…).
Het historische pand in de Owenslei nummer 6 te Mol-Gompel staat gemeenzaam bekend als ‘het Casino van Mol’ en is zonder twijfel één van de meest waardevolle sites die onze Kempische gemeente rijk is. Het architecturale pareltje dateert reeds van 1920 en geldt als typevoorbeeld van de Biedemeier-stijl. Zeer terecht omschrijft de Vlaamse dienst erfgoed het pand als ‘historisch waardevol’. Het werd dan ook opgenomen in de officiële ‘inventaris van het cultuurbezit’.
“Belangrijker nog dan deze bouwkundige waarde,” zo stelt Jong Vld voorzitter Vanmarcke, “is de historische relevantie van het pand voor de Mollenaars en hun industriële geschiedenis.” Het gebouw werd immers jarenlang gebruikt als fabriekshotel voor de opvang van Waalse arbeiders, actief in de glasnijverheid (Glaverbel). Dit vormt een essentieel stukje Kempische geschiedenis, dat bij de afbraak van het historische pand definitief verloren zou gaan.
Uiteraard mag men ook niet blind zijn voor de huidige, verloederde staat van het gebouw. Een mogelijke weigering van de sloopvergunning dient gepaard te gaan met het opstellen van een herstelplan, in nauw overleg met de eigenaar. Hier kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een restauratie van de gevels, in combinatie met een functionele binneninrichting (kantoor, feestzaal…).
Abonneren op:
Posts (Atom)