Enkele dagen geleden werd het ontwerpdecreet 'Grond- en pandenbeleid' uitgebreid toegelicht in het Vlaams Parlement. Dit document beoogt de enorme prijsstijgingen op onze huizenmarkt in te dijken en zo betaalbaar wonen opnieuw mogelijk te maken.
Zeer concreet wenst men het vastgoedaanbod te vergroten: des te meer woningen beschikbaar, des te lager de prijs. Vooral bij de diverse Vlaamse overheden kunnen nog veel slapende bouwgronden geactiveerd worden. Met maar liefst 8000 ha aan ongebruikte woon- en woonuitbreidingsgebieden, kunnen en moeten deze besturen een belangrijke bijdrage leveren aan de herbalancering van de woningmarkt. Deze braakliggende terreinen dragen immers op geen enkele wijze bij tot de vervulling van publieke taken, integendeel, ze bemoeilijken de voorziening van betaalbare, degelijke huisvesting voor allen. Het Vlaams decreet wil deze overheden dan ook verplichten binnen afzienbare tijd minstens 25% van deze gronden te verkavelen, een maatregel die enkel kan aangemoedigd worden.
Voorts voorziet de regeling een geleidelijke gelijkschakeling van private bouwpromotoren met publieke huisvestingsmaatschappijen, wat betreft de bouw van sociale woningen. Bestaande subsidiesystemen en fiscale stimulansen zullen in de toekomst dus niet meer gereserveerd zijn voor een specifiek type actoren, namelijk de huisvestingsmaatschappijen, maar wel voor een specifiek type projecten, namelijk sociale woningbouw. Deze gedeeltelijke deregulering maakt een enorme inhaalbeweging in de sociale huisvesting mogelijk, zodat men de komende jaren veel meer woningen zal kunnen realiseren.
Tot hier toe niets dan lovende woorden voor het ontwerpdecreet, waarvan het venijn, zoals zo vaak, in de staart schuilt. Ter bevordering van het sociaal woningaanbod wil de regeling immers private eigenaars verplichten, bij elke nieuwe verkaveling, een gedeelte van de gronden aan 'sociale tarieven' te verkopen. Het zou hier 10 à 20 % van de oppervlakte betreffen, afhankelijk van de reeds gerealiseerde huisvestingsprojecten binnen de desbetreffende streek. Hoe goedbedoeld deze maatregel ook moge klinken, ze zal het positief effect van bovengenoemde aanbodsgerichte incentives volledig neutraliseren en de Vlaamse woningprijs alsnog gevoelig opdrijven.
Grondeigenaars, die door zo'n dwangmatige prijszetting hun winstmogelijkheden zien verminderen, zullen immers minder snel geneigd zijn tot verkavelen over te gaan. Hierdoor zal het aanbod op de reguliere markt verminderen, waardoor de prijs per kavel aanzienlijk zal toenemen. Gezien enkel bij een zekere winstgevendheid de kosten/batenanalyse van een private grondeigenaar overhelt naar effectief verkavelen, zullen bij gerealiseerde verkavelingen de niet-sociale percelen een stuk duurder uitvallen. Het inkomstenverlies uit de sociale kavels dient immers gecompenseerd te worden tot op het punt waar de eigenaar de baten als zodanig percipieert dat ze de kosten overstijgen.
De invoering van verplichte 'sociale kavels' dreigt op deze manier een bijzonder asociaal effect te generen voor de doorsnee-Vlaming, die een nieuwe prijsstijging boven het hoofd ziet hangen. Uit een studie van de Vlaamse Confederatie Bouw en de Beroepsvereniging van de Vastgoedsector blijkt dat een gemiddelde woning maar liefst € 15.000 duurder zou worden. Hopelijk zien de Vlaamse beleidsmakers de economische inconsistentie van dit ontwerpdecreet tijdig in, want eens te meer geldt hier het Franse spreekwoord: 'L'enfer est pavé de bonnes intentions...
vrijdag 4 juli 2008
Abonneren op:
Posts (Atom)